In de tweede week van de vakantie besloten we naar het noorden van Puglia te rijden. Dit gebied staat onder andere bekend om de Trulli. Dit zijn oude witte stenen huisjes met een soort punt dakje.
Ons tripje begonnen we in Alberobello, in dit stadje staan wel duizend Trulli! De meesten dateren uit de 14e eeuw en zijn gemaakt van kalksteen. Hiervoor is dus een prehistorische bouwstijl gebruikt (zonder cement). De Trulli worden nog steeds gebruikt, wat dus mega bijzonder is. Eén Trullo in Alberobello, genaamd Trullo Sovrano, was omgebouwd tot museum. Deze Trullo is onder andere bewoond geweest door een priester en nu een museum, om te laten zien hoe ze leefden.
Verder zijn veel Trulli nu omgebouwd tot restaurantjes, souvenir winkels, hotels, of nog bewoond. Het was erg gaaf om op een plek te zijn met zoveel dezelfde oude gebouwen. Het was echter wel enorm toeristisch natuurlijk.
Na Alberobello zijn we nog door gereden naar Locorotondo. Dit dorpje heet zo vanwege het historische centrum, dit is namelijk gebouwd in een rondje. De naam betekend ook letterlijk ‘ronde plaats’. Het dorp staat ook op een lijst van de mooiste dorpjes van Italië, dus dat moesten we natuurlijk zien. Het was alleen siësta toen we hier aankwamen waardoor veel dicht was. Het dorpje zelf was wel erg mooi, maar ik heb het idee dat we het niet in volle glorie hebben meegemaakt.
Hierna zijn we doorgereden naar ons verblijfsadres: Martina Franca. Waar we lekker een spritz hebben gedronken voor het eten.
We verbaasden ons er eigenlijk een beetje over hoe mooi dit dorpje was. Vooral het plein waar de kerk stond was erg gezellig. Hier zaten veel restaurants en barretjes. We hebben deze avond dan ook echt heerlijk Italiaans gegeten.
De volgende dag stond iets leuks op de planning: een bezoek aan een wijngaard. De wijngaard heette Il Pastini.
Na een rondleiding over het land leerden we dat de wijn wordt geproduceerd zonder bestrijdingsmiddelen. Dit was mogelijk door het gunstige klimaat, met name de wind. Hiernaast worden de druiven geplukt met de hand, door lokale experts. Heel bijzonder dus.
Ook kregen we nog een proeverij, waarin we 5 wijnen mochten proeven. Onze favorieten waren de primitivo (die overigens niet werd verbouwd op het land bij Martina Franca, maar aan de kust vanwege de bodem). En de Verdeca, een heerlijke lichte witte wijn.
De laatste stop in het noorden van Puglia was Cicternino, wederom een dropje op de lijst van mooiste dorpen in Italië.
Dit stelde zeker niet teleur, de gebouwen waren er mooi en de smalle straatjes gezellig. Heerlijk om even doorheen te struinen en te lunchen! Hierna zijn we lekker terug gereden naar de camping in het zuiden.
De dag hierna hebben we heerlijk rustig aan gedaan en bij het zwembad gelegen. De laatste dagen van de vakantie stonden vooral in het teken van relaxen! We zijn nog naar de zee geweest bij Porto Badisco en Santa Cesarea Terme.
Eén van de laatste avondjes besloten we nog naar Castro te rijden om een ijsje te eten, dit was een dorpje dicht bij de camping. Op internet kon je er niet veel over vinden, maar wij vonden het echt een super leuk dorpje.
Het plein was gevuld met Italianen die lekker zaten te genieten van hun avondeten. Verder kwamen we ineens een oud kasteel tegen, hier liepen we naar binnen. Vrijwilligers uit Castro hadden dit kasteel helemaal versierd met meubels en tekeningen om te laten zien hoe het er ooit uit heeft gezien toen het nog bewoond was. Dit was ook erg leuk om even doorheen te lopen.
De dagen hierna begon de terugreis alweer! We besloten na de eerste dag rijden nog een tussenstop de maken in Bologna, een mega goede keus. Wat een geweldige stad! Hier hebben we heerlijke pasta Bolognese gegeten en genoten van de kleurrijke stad.
De volgende dag zijn we doorgereden tot Frankrijk, waar we weer hebben geslapen. Vandaag zijn we weer thuis gekomen! Wat een avontuur zo met de auto op reis. Echt een reis om nooit te vergeten. Puglia was echt geweldig mooi! Nu is het weer even klaar met de reisjes en dus de blogs, tijd om weer te gaan studeren 😉
Ciao voor nu!